Klik hier
om naar het einde van deze pagina te gaan
Jan Mars
redactie, productie en bewerking
van teksten, woorden en taal
|
Recent
werk
In omgekeerd chronologische volgorde vindt
men hier wat ik zoal doe en heb gedaan. Het is
absoluut niet compleet, maar het geeft wel een beeld
van kwaliteiten en producten. Sommige links doen het
niet; dat zegt meer over die links dan over mijn
werk, vind ik toch.
Sinds
januari 2017 ben ik secretaris van het bestuur
van CSWO,
het Coördinatieorgaan Samenwerkende Wageningse
Ouderenorganisaties. De club heeft het moeilijk en mij
kenden ze: ik redigeerde hun krantje Senior. Ik ben
bezoldigd: het levert een magere
vrijwilligersvergoeding op. Het is niet eenvoudig CSWO
te zijn in deze tijden: waartoe is hij op aarde als
hij er maar magertjes in slaagt de aandacht te
krijgen, er weinig belangstelling is voor deelname aan
een door CSWO geïnstigeerd platform voor ouderen in de
stad, en bovendien de subsidie verdwenen is? Wel
schreef ik bij zijn 25-jarig bestaan een artikel over
CSWO voor het blad van de Historische
Vereniging Oud Wageningen (jrg.46, nr.1).
Overigens heet CSWO tegenwoordig Platform Wageningse
Ouderen (PWO).
En voor het gemak staat hier
het commentaar dat wij van het het bestuur van het
Platform Wageningse Ouderen schreven op de ernstig
tekortschietende evaluatie van het
SamenWageningenproces.
In
december 2015 meldde ik me bij Agromisa, sinds 1934 een
non-profit organisatie van merendeels vrijwilligers
die zich bezig houdt met en inzet voor kleinschalige
landbouw in ontwikkelngslanden. Ik redigeerde het
interne mededelingenblad voor ze, en het Bulletin, dat
één onderwerp ('waste', onderwijs, peulvruchten, en
zo) uitdiept en daarbij de Agromisa-publicaties voor
het voetlicht zet. Ik weet niks van landbouw, maar
redigeren en zelfs erover schrijven ging me goed af.
Na een onprettige botsing in het voorjaar van 2016
over de vertaling van mijn bijdragen ben ik er weer
vertrokken. Ik neem waar dat dat onaangenaam is voor
Agromisa, dat het toch al moeilijk heeft.
Sinds
halverwege 2013 was ik de eindredacteur van Senior,
het informatieblaadje van CSWO, het Coördinatieorgaan
Samenwerkende Wageningse Ouderenorganisaties. Het was
weinig meer dan een informatieblaadje dat in opdracht
van het bestuur van het CSWO werd volgeschreven met
zaken die van belang zijn voor de georganiseerde
Wageningse ouderen (die lid zijn van (toen) ANBO, (nu)
Senioren Wageningen, en KBO-PCOB, toen nog los van
elkaar). Tot veler ergernis bereikte het blad slechts
20% van de Wageningse ouderen - mij vragen ze met
verbazende regelmaat waarom ik bij die 80% hoor. Om
het bereik te verbeteren, verschijnt het blad sinds
november 2015 eens per kwartaal als (ook door mij
samen met een redactie gemaakte) pagina in
huisaanhuisblad de Stad Wageningen.
In
december 2012 ben ik begonnen als chauffeur op de
Wageningse Plusbus. Op initiatief van een wijkhuis in
1982 opgericht als Buurtbus, werd het initiatief een
aantal jaren geleden overgenomen door Solidez, de lokale
welzijnskoepel. Ik rijd één ochtend per week en ik
vind het enig. Voor het blad van de Historische Vereniging Oud
Wageningen schreef ik in september 2016 (jrg.44,
nr.3) een korte geschiedenis van de Buurtbus/Plusbus.
In een
aanval van ambitie meldde ik me aan bij LinkedIn, wat overigens tot nu
toe niks heeft opgeleverd in termen van werk, inkomen
of geluk. Het kan nog komen, je weet het niet. Men kan
zich bij dit sociale netwerk tevens melden bij
allerlei kleinere en toepasselijker kringen. Ook dat
deed ik. En ook dat heeft niks opgeleverd in termen
van werk, inkomen of levensblijheid. Bij een zo'n
kring heb ik me na een week alweer afgemeld, omdat ik
dagelijks tien mails kreeg met mededelingen waar ik
niks mee wilde of kon. Nu ben ik aangesloten bij ZZP'ers in Wageningen, waar men
mij vindt onder 'teksten en vertalingen'. Of het wat
oplevert? Je weet het niet.
Het
wijkgericht werken in Wageningen, waar ik via de
wijkkranten en als belangstellende bewoner bij
betrokken was, drijft op de inbreng van bewoners. Die
hebben het voor het zeggen in de buurtplatforms, die
later werden omgevormd tot wijkpanels. Door die
schaalvergroting (de buurtplatforms gingen over kleine
gebieden, de wijkpanels hebben elk een kwart van de
stad onder hun hoede) openbaarde zich de principiële
tekortkoming van het leggen van het primaat bij
bewoners: bewoners hebben niet vanzelfsprekend
belangwekkende dingen te zeggen over hun stadsdeel, en
sommige bewoners hebben een eigen agenda, die ze via
dat wijkgericht werken kunnen proberen door te
drukken. Dat van die eigen, geheime agenda van
sommigen ontdekte ik al toen ik voorzitter was van het
deelplan Wageningen Oost (1999-2000), en in het
wijkgericht werken komt het nog nadrukkelijker boven.
Die
tekortkoming leidde ertoe dat de papieren wijkkranten,
die ik met veel genoegen en tot veler tevredenheid
maakte, in het voorjaar van 2012 opeens
gedigitaliseerd moesten worden, dat wil zeggen: een website wijkgericht werken, plus eens
per maand een pagina in een van de lokale
advertentieblaadjes, waar het
nieuws uit de wijkpanels te vinden zou zijn. Dat is
niet zo. De website wordt, behalve slecht bijgehouden,
slecht bezocht, en de maandelijkse pagina in de krant
bevat bijna uitsluitend bladvulling. Dat ik gelijk heb
gekregen in mijn voorspelling dat degenen die dit
wilden het niet zouden kunnen, vervult me met
tevredenheid, maar dat levert verder weinig inkomen
op.
Eind
2011 werd ik gevraagd te helpen bij een project van
bewoners van het Rode Dorp in Wageningen, die de
geschiedenis van hun wijk wilden schrijven aan de hand
van verhalen van huidige en vroegere bewoners. Het
project was min of meer geïnitieerd door het wijkpanel
midden, en het eigenlijke doel was niet zozeer
geschiedschrijving als wel bevordering van de sociale
cohesie. Uiteindeljk moest er een boekje over gemaakt
worden.
Het Rode
Dorp is een arbeiderswijk van zes straten uit 1915.
Lokaal geniet het buurtje grote bekendheid doordat er
in 1943 een bom viel, waarbij 27 doden vielen. Iedereen weet:
een Duitse V1, en dat is zo bezonken cultuur dat toen
in 2012 na uitgebreid onderzoek bleek dat het om een
Engelse bom ging, nog steeds ontelbaar veel
Wageningers zeker
weten dat het die rot-Duitsers waren geweest.
Over die
bom gingen we het niet hebben, en inderdaad leek het
echt interessant. behalve dat sommige buurtbewoners in
het project sociale cohesie opvatten als: kleppen met
de buren. Ik heb nog geprobeerd er een wat gedegener
draai aan te geven door adviezen te geven over hoe te
interviewen, je hebt het immers over oral history,
althans in mijn opvatting, we organiseerden nog een
druk bezochte en zeer geanimeerde bewonersbijeenkomst,
maar toen vond de meerderheid van de groep dat mijn
inbreng wel weer genoeg was. Dat boekje komt er dus
nooit. Het leek mij een voorbeeld van waar
bewonersparticipatie toe leidt als er niet aan
gestuurd wordt: tot vrijblijvend kleppen met de buren.
Ook belangrijk, maar ja.
In de
zomer van 2010 las ik Getallen
Ontraadseld van Alex Bellos, 1e druk, waar ik
zo'n dertig fouten in ontdekte. Geen tikfouten, nee,
essentiële miskleunen als 'gelijkbenig' waar
'gelijkzijdig' bedoeld werd, 'cijfers' waar het over
getallen ging, 'drie' waar 'vier' had moeten staan,
dat niveau. Al deze onbegrijpelijke missers stuurde ik
naar de uitgever, Kosmos. Wat waren ze blij. In de
vierde(!) druk zijn ze gecorrigeerd en ik kreeg een
koffietafelboek over wolken (dat ik bij Kniphorst gelukkig mocht ruilen
voor iets gewensters), plus de gecorrigeerde versie
van Getallen
ontraadseld.
Daarop
bood ik Kosmos mijn diensten aan als redacteur. Nadat
de verantwoordelijke medewerker me twee maal had
gewaarschuwd voor het magere honorarium dat daarmee te
verdienen is, althans bij Kosmos, kreeg ik een
proefopdracht, zo vol fouten en 'instinkers' (zo
noemde hij het echt), dat ik beledigd zou zijn geweest
als ik het niet zo belachelijk had gevonden. Ik doe
dus geen redactiewerk voor Kosmos, en of ik hun boeken
nog normaal kan lezen, is de vraag.
In
opdracht van de Wageningse welzijnskoepel Welvada maakte ik in het
voorjaar van 2010 alle vier de Wageningse wijkkranten,
dat wil zeggen: niet alleen de eindredactie en de
productie, maar ook het aansturen en stimuleren van de
vrijwilligersredacties. Voor de Wijkkrant
Wageningen-Oost deed ik dat al, gratis; toen deed ik
voor de andere drie hetzelfde, maar dan betaald.
Overigens fuseerde Welvada in 2010 tot Solidez. (Zoals bekend is
'solidez' de tweede persoon meervoud van het
Franse werkwoord 'solider', dat vertaald kan worden
als 'zich door een modieuze maar dure
communicatieconsultant een rare naam laten
aanpraten').
Voor de
gemeente Wageningen
werkte ik in 2009 mee aan een brochure over
wijkgericht werken. Ik schreef en produceerde met veel
genoegen vier inlegvellen in die brochure, een voor
elk gebied van de stad. Ze verschenen in het voorjaar
van 2010.
Voor Edu'Actief
, die het mbo-fonds van Nelissen overnam, maakte ik
van 2009 tot eind 2012 lesmateriaal voor het mbo, in
de leergang FactorE.
Het is langzamerhand een indrukwekkend oeuvre:
seksueel klimaat, juridische vraagstukken, filosofie,
werken met excel, sociale kaart, communicatie en pr,
opvallend gedrag, mishandeling en seksueel misbruik,
bejegening jeugdige cliënten, schuldhulpverlening,
pedagogen en beleid. Dat zijn tot tevredenheid
stemmende producten geworden, nog los van la
joie de se voir imprimé.
In 2009
en 2010 redigeerde ik boeken voor uitgeverij Christofoor. Ik ben geen
antroposoof, en mijn werk voor deze uitgever heeft de
bekering niet naderbij gebracht. Nadat de directeur er
de zak kreeg, is het contact verbroken.
In 1992
rondde ik de cursus 'Journalistiek voor academici' van
de Utrechtse School voor Journalistiek af, waarna ik
ging werken als de correspondent voor Wageningen bij
de lokale editie van De Gelderlander. Dat was ik van
voorjaar 1992 tot september 2009, toen ik de lokale
editie verweet Wageningen te verwaarlozen. Feitelijk
veranderde er niks: de lokale editie gaf me al maanden
nauwelijks meer opdrachten, wat bevestigt dat de krant
inderdaad Wageningen verwaarloost. Om die reden heb
ik mijn abonnement opgezegd.
In
opdracht van het adviesbureau Synthos begeleidde ik in
het voorjaar van 2008 een groep rijksambtenaren bij
het opzetten van hun pop ('persoonlijk
ontwikkelingsplan').
Voor de
WAK, de Wageningse Atletiekkrant, schreef ik in
2008-2009 een serie over de geschiedenis van de
atletiek, vergezocht maar geweldig leuk. Het ging
over kogelstoten, kogelslingeren, hordenlopen, steeple, marathon, verspringen, discuswerpen, hinkstapsprong, hoogspringen en speerwerpen.
In de
zomer van 2007 hield een groep
Wageningse kunstenaars de drukbezochte expositie
'Een Lusthof voor Linnaeus' in het Arboretum De
Dreijen in Wageningen. Ik verzorgde daarvoor de pr en
de perscontacten.
Mijn tot
nu toe enige echt commerciële product maakte ik in
september 2005 voor De Windt Mode en Fijne Schoenen
Bob van Scherrenburg. De eerste bestond vijftig jaar,
de tweede veertig en ik schreef hun familie- en
bedrijfsgeschiedenis voor een gezamenlijke
reclamekrant. Dat was goed gelukt. Zulk soort 'kleine'
geschiedschrijving is altijd boeiend.
Voor het
toenmalige IKV
schreef ik in 2005 een brochure over Kasjmir en de
lokale burgerrechtenbeweging JKCCS (Jammu
and
Kashmir Coalition for Civil Society). Ik was
verbijsterd: de toestand in Kasjmir op het gebied van
mensenrechtenschendingen bleek erger dan Gaza maar
haalde zelden of nooit de westerse media. Dat
versterkte mijn wantrouwen tegen wat er dagelijks in
de krant komt. De JKCCS is inmiddels aan onderlinge
twisten ten onder gegaan (de link gaat naar iets
Japans), al werd recent Khurram Parvez, toen de
rijzende ster van JKCCS, in een van mijn dagbladen
geciteerd.
In
Capelle aan den IJssel werd in 2005 gewerkt aan
invoering van voor- en vroegschoolse educatie, de VVE.
Via adviesbureau Autar
was ik daar in verschillende functies bij betrokken:
voorzitter van een workshop op een 'miniconferentie'
toen de zaak tussentijds geëvalueerd moest worden,
auteur van het verslag van die miniconferentie,
redacteur van een tijdschrift dat de VVE ter plekke
moest belichten.
Vanaf
het voorjaar van 2005 ben ik redactielid van de
Wijkkrant Wageningen-Oost; sinds 2007 was ik de
eindredacteur van alle vier de Wageningse wijkkranten,
tot ze werden opgeheven in het voorjaar van 2012.
In 2003
redigeerde ik voor Full Color, onderdeel van het
Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO), de brochure Vast
agendapunt over het werven en behouden van
allochtone studenten op de lerarenopleidingen.
In 2002
deed ik voor ECHO,
Expertisecentrum Allochtonen Hoger Onderwijs, een
literatuuronderzoek over allochtonen als PABO-student
en als leerkracht. Het verscheen onder de titel Een onbetreden gebied
als een van vier tegelijk gepubliceerde onderzoeken
daarover.
In 2001
publiceerde Forum, Instituut
voor
Multiculturele Ontwikkeling, het boek De
praktijk van de multiculturele school,
waarvoor ik een serie interviews maakte met
schoolleiders over hun multiculturele schoolpraktijk.
Ik was er zeer tevreden over.
Voor de
Wageningse Atletiekvereniging Pallas'67 zit
ik
in de pr-commissie en verzorg ik sinds 2001
persberichten en publiciteit rond wedstrijden en
spectaculaire overwinningen. Bovendien ben ik al sinds
2007 belangrijk bij de organisatie van de jaarlijkse Belmonte
Scholierenloop, ook
naar de lokatie tot en met 2014 Scholierenbosloop
geheten.
Op de
Wageningse Montessorischool, waar ik toen secretaris
was van de Ouderraad, maakte ik vanaf december 2001 Piazza Montessori, een
tijdschrift over wat er op de school gaande was. Het
maken van een tijdschrift is een van de allerleukste
bezigheden ter wereld en dit tijdschrift was daar geen
uitzondeirng op. Toen de laatste van mijn kinderen in
2008 de school verliet, hield ik daarmee op, al
schreef ik er af en toe nog wel 's wat voor.
Inmiddels, na negen jaargangen, sinds het laatste kind
van mijn mede-redacteur de Montessorischool verliet,
bestaat het blad niet meer: de toenmalige directeur
had het altijd al argwanend bekeken en had hoe dan ook
heel andere prioriteiten. Overigens loopt de link dood
sinds de website van de Montessorischool werd vernieuwd.
In
opdracht van GroenLinks Wageningen maakte ik
in 2001 een mooie brochure over de toen aanstaande
nieuwbouw van de Wageningse scholengemeenschap Pantarijn.
De brochure verscheen als speciale bijlage bij Wagelinks Nieuws van mei 2001.
Er werd een discussie-avond aan gewijd, van lokale
politici en leerkrachten. Bij de oplevering van de
nieuwbouw in 2007 bleek dat niemand zich iets van
mijn brochure of van de uitkomsten van de
discussie-avond had aangetrokken.
Bij
uitgeverij Nelissen
publiceerde ik, na enkele losse
schrijfopdrachten, in 2001 het MBO-leerboek Individu
en
samenleving, best een aardig werkje, al zeg
ik het zelf, dat tot mijn verbazing tien jaar later
nog steeds verkoopt.
In 2001
maakte ik in opdracht van ECHO, Expertisecentrum
Allochtonen Hoger Onderwijs, de brochure Leren
en niet vergeten, het antwoord van allerlei
migrantenorganisaties op de nota 'Onderwijskansen' van
staatssecretaris Adelmund van Onderwijs.
In het
voorjaar van 1999 bezocht ik Vinkovci, in Kroatië, als
lid van de (tweemans) delegatie van Wageningen die daar de
conferentie Democratisering
in
Oost Slavonië bezocht. Wageningen had
indertijd een stedenband met Vinkovci en Ernestinovo
en was langs die weg betrokken bij de wederopbouw. Ik
was geschokt, door de omgeving (mijnenvelden), de
verwoesting, de wederopbouw (allemaal dezelfde van
overheidswege bekostigde huisjes), maar zeker ook door
het project, dat naar mijn idee precies langs de
essentie heen ging. Ik heb, om te laten zien dat ik
mijn honorarium waard was, na terugkeer een
beschouwing erover geschreven die de betrokken
gemeenteambtenaar zo scherp vond dat ze die niet aan
de organiserende Nederlandse koepel (Pax Christi,
geloof ik) wilde doorsturen.
Het
bleef bij een eenmalige betrokkenheid, al heb ik nog
een tijdje gemaild met twee of drie mensen daar. Ik
zou er wel weer eens heen willen.
Van 1997
tot 2001 deed ik de eindredactie van Triangel,
MBO-tijdschrift voor sociaal-pedagogisch werk, een van
de vele tijdschriften van uitgeverij SWP. Het blad is opgeheven.
In mei
1994 plaatste het tijdschrift Jeugd
en
Samenleving het artikel 'Als
je
iets wilt leren, moet je er tijd in steken',
over
de verlengde schooldag, dat ik op verzoek van de
redactie had geschreven. Net als ik zelf was de
redactie er zeer content mee, stelde marginale
aanpassingen voor, publiceerde het stuk zonder veel
eindredactionele ingrepen en betaalde keurig de
rekening.
Voor de
Adviesraad voor het Onderwijs schreef ik in 1994 mee
aan het advies Ruimte
voor leren, dat betoogt dat scholen in het
funderend onderwijs een eigen kwaliteitsprofiel zouden
moeten ontwikkelen. Ik was het daar niet in alle
opzichten mee eens (bijzondere scholen met veel rijke
ouders hebben dan een breder en beter
kwaliteitsprofiel dan openbare en 'zwarte' scholen),
maar ik geloof niet dat de minister veel met het
advies gedaan heeft. Door een vreemde speling van het
lot sta ik in allerlei catalogi als de enige auteur
van dit advies genoemd. De ARO werd overigens in 1995
opgeheven, na een weinig opgemerkt bestaan van drie
jaar.
In
opdracht van de SOVO, de Samenwerkende
Organisaties voor Onderwijsvernieuwing, maakte ik in
1993 een indrukwekkende brochure over de scholen van
elk van de partners: Freinet, Montessori, Dalton,
Jenaplan, Vrije School, Middenschool en
Werkgemeenschap voor Vernieuwing van Onderwijs. (Tot
mijn blijde verrassing gebruikte het kinderdagverblijf
van mijn kinderen die brochure bij hun voorlichting
over het basisonderwijs) (Overigens loopt de link
dood, en zelfs via google is er geen werkende link
naar SOVO te vinden)
Een buitengewoon eervolle opdracht kreeg ik
in 1992 van de Middenschoolvereniging: een
brochure over de opbrengst van de krap twintig jaar
Middenschool in Nederland in het perspectief van de
basisvorming: 'Middenschool; de basis gevormd'. Ik was
zeer gevleid met die opdracht: twintig jaar elkaar de
keel over afgesneden en ìk mocht daar de geschiedenis
van schrijven, plus dat ik zonder enige competitie
hiervoor werd uitgekozen ('Gezien uw reputatie, meneer
Mars, hebben wij er wel vertrouwen in,' zei de
voorzitter van de Middenschoolvereniging). Ik was ook
zeer tevreden over het resultaat.
Net nadat ik
in 1992 de post-doc cursus journalistiek had gedaan,
meldde ik me met een van de producten van die cursus
bij het weekblad Intermediair, waarvan de
redactie, net bij als andere kranten maar dan
opzichtiger, de achterkant van de advertentiepagina's
volschrijft. Als freelancer schreef ik vervolgens een
aantal artikelen voor ze, maar dat hield op nadat ik
al te heetgebakerd reageerde toen de eindredacteur,
bijna hoorbaar met de hete adem van een van de
adverteerders in zijn nek, zonder enig overleg of
zelfs kennisgeving een ironische passage uit mijn
tekst schrapte.
In 1992
was ik betrokken bij de oprichting, de redactie
en de productiecoördinatie van Verlengde Schooldag, het
tijdschrift voor het gelijknamige experiment. Dat heb
ik gedaan tot eind 1998. Het blad bestaat niet meer.
In 1990
maakte ik in opdracht van het Ministerie van Onderwijs
en Wetenschappen, het Nederlands Centrum Buitenlanders
en het Katholiek
Pedagogisch Centrum de brochure Uw
school staat in de buurt; een handreiking voor
schoolteams. Het boekje van krap 90 pagina's,
met een voorwoord van Jacques Wallage, behelsde een
uitgebreid literatuuronderzoek en maakte deel uit van
het voorlichtingsproject Basisschool
kiezen?
Kijk eens in de buurt, dat beoogde de
'verzwarting' van basisscholen tegen te gaan. Zowel
NCB als KPC bestaan allang niet meer in de toenmalige
vorm maar zijn beide commercieel geworden.
Van 1985
tot 1997 was ik de eindredacteur en de
productiecoördinator van het onderwijsblad Vernieuwing. Tijdschrift voor
Onderwijs en Opvoeding. Het blad was
indertijd het beste onderwijsblad van Nederland, zoals
tal van deskundigen wilden bevestigen. Veel van die
deskundigen waren dan ook vanzelfsprekend bereid er
aan bij te dragen, met artikelen, in de organisatie of
op de achtergrond. Ik heb er met veel genoegen aan
meegewerkt en bouwde daarmee een zekere reputatie op,
die ik helaas na mijn vertrek niet echt heb kunnen
verzilveren. Na zijn 66e jaargang in 2007 werd het als
papieren tijdschrift opgeheven; de link hierboven
werkt niet, zodat het blad nu, na een roemruchte
geschiedenis, geheel van de aardbodem is verdwenen.
Na mijn
afstuderen ('cum laude', jaja) in 1983 heb ik geruime
tijd niks gedaan. Wel gesolliciteerd, maar ja, 1983.
In december kon ik een invalbaan krijgen als leraar
maatschappijleer aan het Wagenings Lyceum, in twee
vwo-klassen, vier lesuren per week. Binnen een paar
weken werd ik gevraagd mee te komen doen als
begeleider van het open-projectonderwijs dat in een
aantal brugklassen van de school werd gegeven. Ik
vond lesgeven toen heel leuk, maar projectbegeleider
vond ik nog véél leuker.
Uiteindelijk vond ik lesgeven verschrikkelijk (ik ben
een heel ongeduldig iemand), zodat ik na vijf
schooljaren ontslag nam (of eigenlijk: mijn tijdelijke
aanstelling niet liet omzetten in een vaste), maar
projectonderwijs begeleiden heb ik nog wel vier jaar
als vrijwilliger gedaan.
Klik hier
om naar het begin van deze pagina te gaan.
Klik hier
om terug te gaan naar de beginpagina van Jan Mars.
|
|