De ijsbeer die op zolder woont, drinkt witte wijn met room. Hij droomt van god en gaat in 't bad. Daar wast hij zich. Zo doe je dat. Dan trouwt hij met zijn oom. De koetsen zoeven over straat getrokken door bont vee. De kreeften zingen vals en hard, de apenbroodboom wuift verward. De klarinet valt mee. De kardinaal laat trots en blij zijn blote borsten zien. Ze zijn pas nieuw, maar voelen goed, wat iedereen proberen moet, want hij geniet misschien. Vulkanen barsten vrolijk uit in golven slappe lach. De stekelbaars staat op zijn kant, net als het grijze schiereiland. Ze denken dat dat mag. Het huwelijk wordt razendsnel voltrokken in een stal. De gasten schreeuwen: Ja, ik wil. De olifant bedenkt een gril die indruk maken zal. De ijsbeer voelt zich bang en bruin en zwaait de kaketoe. Daar in de kelder slaapt zijn oom. Hij overweegt een mooie droom maar blijkt dan veel te moe. maart 2001 Klik hier om naar het begin van deze pagina te gaan.Naar de beginpagina.Naar de besloten pagina. |